Praktijkvoorbeelden

  • Fijne motoriek
  • Rens is een kleuter van zes jaar. Hij mag volgend schooljaar naar groep 3. Hier heeft hij zin in. Rens kan namelijk al heel goed tellen, herkent de meeste letters en is heel goed in bouwen. Het leren schrijven lijkt hem wel heel moeilijk. Hij vindt het nu al lastig om binnen de lijntjes te kleuren. Zijn handen worden hier moe van en het ziet er altijd slordig uit. Zijn kleinere zusje kan veel mooier kleuren. Dit vindt Rens niet leuk om te zien. Op school probeert hij daarom de knutselhoek zoveel mogelijk te vermijden.
    De juf van Rens heeft dit door. Zij ziet dat Rens steeds onzekerder wordt bij knutselwerkjes. Dit is geen goede voorbereiding op groep 3. Daarbij is het zonde voor zijn zelfvertrouwen. Daarom adviseert juf om Rens aan te melden bij de ergotherapie. Rens zijn ouders pakken dit direct op. Dit heeft succes. Door middel van gerichte fijn motorische spelletjes en kleuropdrachten gaat Rens sprongen vooruit. Vorige week heeft hij voor het eerst met plezier een kleurplaat binnen de lijntjes gekleurd. Daarbij heeft Rens trucjes geleerd, waardoor hij nu zelf kan veterstrikken.


  • Schrijven
  • Mike is acht jaar. Zijn handschrift is onleesbaar. Hij krijgt regelmatig een slecht cijfer, omdat zijn juf de antwoorden niet kan lezen. Hier baalt hij van. Hij doet namelijk zo zijn best. Toch zijn de letters onduidelijk en staan kris kras door de lijnen heen geschreven. Bij iedere letter moet hij weer nadenken waar hij moet beginnen. Hierdoor is zijn werk nooit op tijd af, terwijl Mike alle antwoorden weet.
    Mike zijn juf ziet ook dat zijn schoolprestaties ten koste gaan van zijn handschrift. Zij verwijst Mike door naar de ergotherapie. Daar hebben ze allemaal trucjes om de letters te automatiseren en nauwkeuriger te werken. Hierdoor gaat het werktempo, de schoolprestaties en het zelfvertrouwen van Mike omhoog.


  • Werkhouding
  • Marloes zit in groep 4. Zij is een slim meisje die de lesstof goed kan bevatten. Marloes heeft één probleem. Ze kan zich maar kort concentreren. Vandaag leert zij de hoofdletter O tijdens de schrijfles. Op het bord doet haar juf de hoofdletter voor. ‘Die is vet makkelijk’, denkt Marloes. Ze gaat meteen aan het werk in haar schriftje, meer uitleg heeft ze niet nodig. Tijdens het werken valt de potlood van haar achterbuurman op de grond. Marloes stopt met werken, pakt het potlood op en geeft hem terug. Zodra ze verder wilt gaan werken ziet ze de kleutertjes naar buiten gaan. Haar buurjongetje zit bij de kleuters en speelt met de bal. “Marloes, wil jij de hoofdletter P op het bord voordoen?” vraagt haar juf opeens. Marloes denkt na.. de hoofdletter P? Die hebben ze toch nog helemaal niet gehad? Dan ziet ze op het bord dat deze al drie keer is opgeschreven. Oeps.. helemaal gemist. Ze moet ook niet zoveel om haar heen kijken. Marloes loopt naar voren en probeert de letter op het bord te schrijven. Dit gaat helemaal mis. Haar letter is lang niet zo mooi als die anderen op het bord. Volgende keer toch maar beter opletten..
    Juf merkt ook dat Marloes veel instructies mist in de klas. Daarom adviseert zij de moeder van Marloes om naar de ergotherapie te gaan. Juf wilt graag weten welke hulpjes en trucjes Marloes nodig heeft om beter op te letten.


  • Overgevoelig
  • Sven is vier jaar en moet op verjaardag bij zijn neefje. Van zijn moeder moet hij zijn nieuwe trui aan, maar zelf vindt hij deze helemaal niet lekker zitten. Die kraag is niet fijn en het labeltje kriebelt. Ook moet hij zijn haren kammen. Dit is iedere dag een drama.
    Na uur en veel gemopper zit Sven eindelijk in de auto. Bij de verjaardag aangekomen, mag zijn neefje de taart uitblazen. Iedereen zingt mee, maar Sven niet. Hij houdt zijn handen op zijn oren. Hij heeft een hekel aan al die harde geluiden. Ook het spelen op verjaardag vindt hij niet fijn. Het is veel te druk en regelmatig stoten andere kinderen tegen hem aan. Sven wordt hier mopperig door. Hij is blij wanneer zijn moeder hem na een uurtje roept om te gaan. Thuis mag zijn trui weer uit en kan hij in alle rust spelen.
    Het verjaardagbezoek kost Sven zijn moeder ook veel energie. Op de verjaardag ploft zij daarom gestrest op een stoel. Een goede bekende merkt dit op en vraagt wat er aan de hand. Moeder verteld over de hectische ochtend. Meteen krijgt ze het advies op naar de ergotherapie te gaan. Hier had moeder nog nooit van gehoord, maar klinkt interessant. Bij thuiskomst belt ze meteen de ergotherapeut en meld Sven aan.
    Bij de ergotherapie leert Sven door middel van verschillende spelletjes en opdrachtjes omgaan met de prikkels. Door deze ervaring verdraagt Sven steeds meer. Het is een veel vrolijker jongetje geworden.


  • Over bewegelijk
  • Tim zit nooit stil. In de klas valt hij regelmatig van zijn stoel en botst tegen allerlei dingen aan. Dit leidt regelmatig tot opstootjes. Aan tafel friemelt Tim aan allerlei spulletjes. Zijn schriften en blaadjes zijn altijd gekreukt. Ook de inhoud van zijn schriften is een chaos. Tim werkt kris kras door elkaar en vergeet regelmatig opdrachten te maken. Zijn meester kan zijn werk niet meer ontcijferen en moet het fout keuren. Terwijl Tim de stof mondeling heel goed kan toelichten. Dit vindt meester zonde van zijn schoolprestaties. Daarom verwijst hij Tim door naar de ergotherapie.
    Bij de ergotherapie krijgt Tim het advies om een friemel te gebruiken tijdens de uitleg. Hierdoor kan hij beter opletten en blijven zijn schriften mooi. Ook mag hij bewegen tussendoor, waardoor hij zijn onrust kwijt kan. Door middel van verschillende stapjes krijgt Tim ook steeds meer structuur in zijn werk. Meester heeft minder tijd nodig om zijn werkjes te ontcijferen en Tim krijgt betere cijfers. Een win-win situatie!